Op vlak van de ruimtelijke economische structuur wordt onze regio gekenmerkt door een sterke verstedelijking die ontstaan is langsheen de Leie, het spoor en de E17. De aanleg van ring- en snelwegen hebben in het verleden gezorgd voor een exponentiële groei. De exponentiële verstedelijking zorgde er echter ook voor dat onze regio op vandaag sterk verhard is (21% verharding t.o.v. een Vlaams gemiddelde van 16%), waardoor het regenwater op te weinig plaatsen voldoende diep kan infiltreren.
Volgens het World Resources Institute is Vlaanderen op wereldvlak één van de regio’s met een zeer hoge waterstress. Zo zijn 25.000 woongelegenheden in onze regio gebouwd in potentieel overstromingsgebied, wat een enorme maatschappelijke kost genereert bij overstromingen. Daartegenover worden we, ondanks intensieve regenperiodes, ook steeds vaker geconfronteerd met droogteperiodes, die steeds vaker leiden tot grote waterschaarste. Voor heel wat economische sectoren is de beschikbaarheid van water van goede kwaliteit evenwel van cruciaal belang. Denk maar aan de landbouwsector en de vele schadedossiers die tijdens de zomer van 2017 en 2018 werden aangevraagd. Het feit dat de diepere grondwaterlagen in onze regio vrijwel uitgeput zijn en niet langer vergund worden, maakt deze problematiek nog dringender.
Het saldo van het verharden en het ontharden zal in de komende jaren duidelijk negatief moeten zijn. Daarom moeten De komende jaren moeten we meer ontharden, bufferen en hergebruiken. De lokale besturen hebben hierbij een grote verantwoordelijkheid, maar de centrale overheid kan deze shift versnellen door een gepast ondersteunend kader aan te reiken. Ook het beheer van weg- en waterinfrastructuur kan veel beter.
Ontharden begint in eerste instantie met het beperken van toekomstige verhardingen. Om die doelstelling te realiseren wordt de focus gelegd op reconversie, meervoudig gebruik, het niet aansnijden van woonuitbreidingsgebieden en andere analoge acties.
Verdichten impliceert ook nabijheid en onderstreept daarom het belang van het verduurzamen van het regionale fietsnetwerk door het realiseren van de voorziene ‘fiets-o-strades’ (incl. kunstwerken) en hun verbindingen met het lokale fietspadennetwerk.
Naast het beperken van toekomstige verhardingen is er nood aan een onthardingsstrategie waarbij de verharde oppervlakte van zowel publieke als private weginfrastructuren als parkeervoorzieningen structureel aangepakt worden.
Bij het bufferen zijn het opvangen van het hemel- en oppervlaktewater (bergingscapaciteit) en het capteren van dit regenwater essentieel om het opgevangen water in tijden van droogte te kunnen aanwenden (spaarfunctie). Dit kan via bufferbekkens, die als strategische reserve voor meerdere bedrijven ingezet kunnen worden.
De grootste buffercapaciteit blijft echter de grondwatertafel zelf, vooral in de ondiepe grondwaterlagen. Om die te verbeteren moet de sponswerking van de bodem worden hersteld en benut, zowel in de bebouwde kernen en bedrijvenzones als in de open ruimte en beekvalleien.
Flankerend aan meer ruimte voor water is ook het efficiënt gebruik en hergebruik van water een gedeeltelijke oplossing, waaraan op dit ogenblik te weinig aandacht wordt besteed. Zowel in het dagelijks leven als in de productieprocessen moet op het gebied van water gestreefd worden naar een vorm van circulaire economie (waterneutraliteit). Dit kan/moet zowel door individuele bedrijven als bedrijventerreinen beoogd worden.
Om een duurzame en veerkrachtige toekomst voor de regio te garanderen, zal de regio ook moeten inzetten op het drastisch verminderen van de CO2-uitstoot.
Een doordachte klimaat- en energiestrategie met aandacht voor het verminderen van het energieverbruik enerzijds en adequate, regio specifieke alternatieve energiebronnen anderzijds, is een noodzakelijke basis om een dergelijke uitdaging resultaatgericht te kunnen aanpakken.